Ondersteunen tot de laatste snik

Henny Verstappen. Foto: Henk Jan Kamerbeek

Henny Verstappen (Boxtel, 1967) woont sinds 1997 in Rotterdam en met haar man sinds 2002 in Blijdorp. Ze heeft een achtergrond in de hulpverlening en werkte bij de reclassering, Jeugdzorg en als leerplichtambtenaar. Toen ze zakte voor haar Boa-examen en werd overgeplaatst naar het jongerenloket van de gemeente ging het kriebelen. Prima job, om jongeren die voorheen een uitkering hadden te vragen of ze de juiste keuze voor studie of nieuw werk maakten, maar is that all there is?

“Eigenlijk ben ik altijd ondersteuner geweest”, vertelt Henny. “Is niks mis mee, ik vind het heerlijk om mensen op weg te helpen. Toen mijn vader, en drie maanden later mijn neefje overleden hadden we twee keer dezelfde uitvaartbegeleider uit Veldhoven. Ik was onder de indruk, de vrouw ontnam stress en loste rustig de vraag van een vriend van mijn zus op. Hij zocht een schroevendraaier om het bedje waar mijn neefje ingelegd zou worden hoger te zetten. Zij pakte hem bij de schouder en zei: ‘Dat hoef jij niet te doen, daar ben ik voor.’ Toen dacht ik: wauw, wat een mooi vak.” 

“Toen ik mijn certificaat behaalde van de opleiding tot uitvaartbegeleider beschreef mijn docent me in drie woorden: eigen, rustig en standvastig. Op zo’n manier wil ik afscheidsbegeleider zijn, dat vind ik een beter woord dan uitvaartbegeleider. Tijdens mijn stage kwam ik erachter dat de uitvaartvaartwereld een verdienmodel is geworden. Na een overlijden komt er meteen iemand van het uitvaartbedrijf langs met een contract: wat voor kist, kaart en afscheid wilt u? En hoeveel minuten mag het afscheid duren, soms betaal je per 5 minuten extra direct bij. Ze hebben zelfs een printertje bij zich. Nabestaanden zijn dan nog in shock, ze weten misschien wel wat ze willen maar dat moet je er heel rustig uit trekken. Waarom moet dit allemaal meteen?”

“Gelukkig is de laatste jaren in de uitvaartbranche een kentering te zien. Natuurlijk moet de overledene snel verzorgd worden, maar voor andere zaken is er meer tijd. In de week waarin je samen met de familie vorm gaat geven aan het afscheid zijn alle momenten belangrijk. Ik kom als iemand thuis wordt opgebaard elke dag even kijken of het goed gaat met de overledene. En is de overledene in een rouwcentrum, dan is die tijd er ook. Ik vind niet dat de afscheidsdag maar een uur mag duren, ik wil dat het duurt zolang nabestaanden willen dat het duurt.”

Afscheid in een bioscoop

“Het belangrijkste dat ik van mijn docente leerde is afstemmen, afstemmen, afstemmen. Er kan zoveel, niks staat vast en er valt veel te kiezen. Volgauto’s mogen eigen auto’s zijn, je zou zelfs als je dat wilt een overledene in je eigen volkswagen busje mogen vervoeren. Dat hoeft niet per se in een kist, maar mag ook in een lijkwade, of in iemands favoriete dekbedovertrek, zolang alles maar met respect gebeurt. Het afscheid kan georganiseerd worden op een plek die jij wilt, in een mooi zaaltje, bij je thuis of als je veel mensen kent zelfs in een bioscoop. Daarna volgt een technische begrafenis of crematie.”

“Het is jammer dat mensen soms bang zijn voor de dood en het afscheid dat daarbij hoort, ook door onwetendheid. In een intense tijd komt er veel op je af en moeten er praktische beslissingen genomen worden. In die tijd wil ik er graag voor mensen zijn. 

Ik ben nu bezig om mijn bedrijf op te starten, de website in elkaar te zetten en de benodigde apparatuur aan te schaffen. In het najaar van 2023 gaat de website de lucht in en start mijn nieuwe carrière.”

“Mijn bedrijf heet ErZijn-afscheid. Ik wil dat mensen wetend worden en zo het afscheid kunnen samenstellen wat bij hen en de nabestaanden past. Het tekentje dat je ziet in mijn logo staat voor verbinden. Dat deed ik bij de gemeente en dat hoop ik met ErZijn ook te doen.”