Asielzoekers wachten extreem lang op een beslissing

Dinie Martens. foto Jaco Berveling

Dinie Martens verhuisde voor de liefde naar Rotterdam en is al meer dan 30 jaar advocaat. Ze werkt bij Delfshaven Advocaten en woont met veel plezier in Blijdorp.

 “Ik ben geboren in Arnhem en opgegroeid in Ede. Deed een studie vormingswerk, maar werk vinden in de jaren tachtig was niet makkelijk. Er waren soms honderden anderen die op dezelfde baan solliciteerden. Ik besloot om een avondstudie rechten te gaan doen. Asielrecht had direct mijn belangstelling.” 

Wachten zonder iets te mogen doen
“Op twee plekken in Nederland kun je asiel vragen. Eén daarvan is Schiphol, de andere plek is Ter Apel. De advocaten die op Schiphol werken worden ingeroosterd. We krijgen een dag van tevoren het dossier toegestuurd en horen welke nationaliteit de asielzoeker heeft. Ik bezoek de mensen op Schiphol en samen met een tolk bereid ik de mensen voor op de vragen die ze kunnen verwachten tijdens het eerste gehoor van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Zeven dagen later is er een nader gehoor en daarna zou er binnen twee dagen beslist moeten worden of de aanvraag wordt gehonoreerd. 

Bij een deel van de aanvragen is direct duidelijk dat iemand recht heeft op asiel en dus in Nederland mag blijven. Toch lukt het de IND niet om snel op die aanvragen te beslissen. De asielzoeker wordt dan naar een asielzoekerscentrum (AZC) uitgeplaatst en daar wachten mensen soms meer dan 15 maanden op een beslissing. In de tussentijd mogen ze geen Nederlands leren en kunnen ze elk moment worden verplaatst naar een AZC elders in het land. Zo is het lastig voor ze om contacten op te bouwen. Het is een ontmoedigingsbeleid van de overheid, die wil laten zien dat het niet makkelijk is om in Nederland een verblijfsvergunning te krijgen. 

Syriërs, Jemenieten en Eritreeërs krijgen over het algemeen een verblijfsvergunning, omdat hun land in oorlog is, of omdat ze in hun land levenslang in dienst moeten. Ook zij moeten eerst naar een AZC en het wachten in zo’n centrum duurt, ook omdat er te weinig woningen zijn, steeds langer.” 

Inschatten asielstatus
“Ik kan inmiddels redelijk goed inschatten of iemand een asielstatus kan krijgen. Een cliënt van mij, een man uit Bangladesh, vluchtte naar Zuid-Afrika. Daar werd hij bedreigd door bendes. Hij reisde naar Nederland en vroeg hier asiel aan. Zijn aanvraag was kansloos en ik heb hem geadviseerd geen beroep in te stellen en terug te keren naar Bangladesh. Kort daarop kreeg hij een filmpje van zijn familie in Bangladesh waarop mannen met stokken het huis van zijn ouders aanvielen. Ik vraag dan ‘hoe kan ik zien dat dit echt uw ouderlijk huis is, en wie zijn die mannen?’ Daar kon hij geen bevredigend antwoord op geven. De rechter stelde precies dezelfde vragen. Uiteindelijk moest hij, zoals ik verwachtte, terug naar Bangladesh. 

Als de asielaanvraag wordt afgewezen bestaat de mogelijkheid om in beroep te gaan. Als iemand recht heeft op asiel en het na langdurig procederen eindelijk lukt om een verblijfsvergunning te krijgen, mag ik van mezelf uit eten om het te vieren. 

De overheid investeert niet in het afwikkelen van asielverzoeken. De IND krijgt 38.000 aanvragen, maar heeft maar capaciteit voor 22.000 beslissingen, dat kan echt sneller. Om het proces soepeler te laten verlopen is eerder geprobeerd om groepen, waarvan duidelijk is dat ze mogen blijven, schriftelijk vragen te laten beantwoorden. Dat scheelde veel tijd, maar helaas werd er door de regering anders beslist. Het mag niet meer.”

Integreren na verblijfsvergunning
“Het is jammer dat mensen pas mogen integreren als ze een verblijfsvergunning hebben. Het zou beter zijn wanneer ze tijdens het lange wachten al iets zouden mogen leren. Nederlandse les wordt bijna altijd overdag gegeven, waardoor het voor mensen ook heel moeilijk is om te gaan werken. Gelukkig mogen jonge asielzoekers tot 18 jaar wel naar school. Ze krijgen een voogd, hebben dagbesteding en krijgen, indien nodig, psychische hulp. Ze hebben immers dezelfde gevaarlijke reis afgelegd als volwassenen, vaak in hun eentje. 

Dit werk kun je niet half doen. Ik heb nog altijd veel plezier in mijn werk, maar ik kom schrijnende gevallen tegen. Een vrouw uit Gaza kreeg asiel en na lang wachten mochten ook haar vier kinderen naar Nederland komen. Toen gingen door de oorlog de grenzen dicht, ze zijn nog steeds in Gaza. Buitenlandse Zaken gaat proberen de kinderen naar Nederland te halen, hopelijk gaat dat lukken.”