Warmte en droogte leiden tot problemen in en op het water in Rotterdam. Er is een tekort aan (zoet)water, maar ook de waterkwaliteit wordt slechter. Dit zorgt ervoor dat er andere problemen optreden, zoals stankoverlast, veel kroos, blauwalg en ongedierte.
Waterplan
Tot het midden van de negentiende eeuw had Rotterdam geen waterplan en werden vuil en fecaliën zelfs afgevoerd via sloten en grachtjes. Er was nauwelijks sprake van doorspoeling en de stank was amper te harden. In 1854 werd in Rotterdam het singelplan van stadsarchitect W.N. Rose goedgekeurd. Hij ontwierp een lint van singels, die dagelijks met Maaswater werden doorgespoeld. Later, eind jaren twintig van de 20e eeuw, werden ook andere singels aangelegd, waaronder de Statensingel. Rotterdam kent nu zestien singels met een totale lengte van twaalf kilometer.
Op dit moment zorgt de droogte, lage rivierwaterstand en verdere indringing van zeewater ervoor dat het zoetwater uit de Nieuwe Maas Rotterdam niet in kan en de aanvoer van zoetwater vanuit de rivieren via andere gebieden vermindert. Daarnaast daalt, zonder aanvulling van regenwater, de grondwaterspiegel in de stad.
Stankoverlast, blauwalg en ratten
Door een lagere waterstand verbruikt bagger meer zuurstof en rotten organische materialen versneld. Dit kan stankoverlast geven. Ook de straatkolken van het riool komen droog te staan, hierdoor kan makkelijker stank vanuit het riool ontsnappen.
Planten, kroos maar ook blauwalgen groeien door de warmte extra snel. Blauwalgen zijn giftig en daardoor kan het zwemmen in water, waar blauwalg in zit, leiden tot tal van klachten als diarree, huidirritatie en hoofdpijn. En ratten gaan bij droogte op zoeken naar water en voedsel. Ze weten dat in de nabijheid van mensen water en voedsel te vinden is. Heeft u overlast van stank of ongedierte, meld dit dan via MeldR.
Wilt u weten hoe u zelf kunt bijdragen aan het zuinig omgaan met water, kijk dan op www.rotterdamsweerwoord.nl