Helaas is een van onze treurwilgen niet meer. Afgelopen zomer brak er al een grote tak af die op het voetpad tussen de Schepenstraat en de Statensingel dreigde neer te komen. De januaristorm dit jaar velde hem uiteindelijk.
Salix sepulcralis ‘Tristis’ is de bekende treurwilg die veel langs het water is aangeplant. Door de weerspiegeling kan de boom haar schoonheid perfect laten zien en bovendien houdt deze boom van een vochtige standplaats. De imposante boom met breed treurende takken, kan een hoogte van 15 meter bereiken.
Waar de bomen de ruimte hebben, wordt over het algemeen zo weinig mogelijk gesnoeid om de natuurlijke imposante vorm niet kwijt te raken. Waar de boom minder ruimte heeft, verzwakt is of als deze verplaatst moet worden, wordt de treurwilg gekandelaberd. Het kandelaberen is een snoeitechniek waarbij de takken van de boom afgezaagd worden tot de boom op een kapstok lijkt. Het is het volledig terugsnoeien tot op de gesteltakken. Je ziet dus de stam met takken van hooguit 1 of 2 meter. Snoei je nóg feller in dan spreken we over kandelaren.
Was het zijn leeftijd, was de boom ziek, of kwam het door het feit dat bomen aan de waterkant per definitie slechts aan één zijde (de landzijde) wortels hebben. We zullen het nooit weten. Gelukkig staan er rond de Statensingel nog vele mooie exemplaren.
Salix babylonica
De grote treurwilg is geknot.
Hij dreigde te verzwakken onder t gewicht der takken.
Wanhopig strekt hij nu zijn kale armen uit naar god
zoals het beeld van Zadkin: “De verwoeste stad”.
Maar later vormt zich blad na blad
een pruikenbol aan nieuwe loten.
De wilg treurt groen ontsproten als tevoren.
“Im Prater blühn wieder die Bäume” zingt mijn hoofd.
De spitse blaadjes babbelen herboren.
De boomchirurg: hij zij geloofd.
Gekandelaberd is een woord
dat men spaarzaam hoort.
Schrijver: Nico Noorman, 10 juli 2022