Alles belt, beweegt, maakt geluid en ruik je soms nog in het Houweling Telecommuseum in de Vlaggemanstraat 15. Kinderen mogen de oude apparaten aanzetten en ermee spelen, ouderen herkennen veel telefoons van vroeger. Het is met recht ‘Levend Erfgoed’ en past perfect in het thema van de Open Monumenten Dagen op 9 en 10 september. Dan is het museum extra geopend en kan iedereen er een kijkje nemen.
Oude telefoons in films en op tv
“Je ziet de rekwisieten van ons museum vaak op tv en in films”, vertellen Frank Muller, Hans Noordhoek en Wijnand Nouwels enthousiast. “Je ziet regelmatig telefoons uit ons museum in Nederlandse films, maar ook op tv in het nieuws. We leveren communicatiemiddelen die passen in de tijd waarin de verhalen zich afspelen.” Wijnand noemt een voorbeeld: “Tijdens het gedoe met de gewiste appjes van Mark Rutte, wilde elke tv-zender zo’n oude Nokia in beeld. Geen probleem, die brengen we dan. We waren op de radio bij een terugblik van de twee miljoenste telefoonaansluiting (1971) en op tv met het verdwijnen van de fax.” Hans: “In de film over Anne Frank ‘Mijn Beste Vriendin’ zie je ook een telefoontoestel uit ons museum.” Frank: “In de radioshow Partij voor de Vrijdag moest iemand door een stapel van 20 oude telefoonboeken bladeren. Natuurlijk konden we die ook leveren.” Hans: “Het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten was onlangs te zien in het programma Bed & Breakfast met een Deense telefoon van na de oorlog. Dat moet dan rechtgezet worden, dus ging er een telefoon uit de juiste tijd op weg naar Aalten. De omroepen en de filmindustrie weten ons museum goed te vinden. Alles moet op het laatste nippertje en meestal snel geregeld worden.”
Vrijwilligers van het museum
“Andere musea hebben vrijwilligers nodig, onze vrijwilligers hebben een museum nodig”, merkt Hans Noordhoek op. “Onze groep vrijwilligers bestaat uit 25 mensen, we hebben (bijna) allemaal bij de PTT gewerkt. Nieuwe vrijwilligers vinden is lastig. Dus bij deze een oproep: alle vrijwillige hulp is welkom, al is het maar voor de koffie.” De vrijwilligers geven rondleidingen van anderhalf uur. “Voor aanvang vinden mensen dat lang, maar de praktijk leert dat de tijd omvliegt”, merkt Wijnand op. “Ieder vertelt zijn eigen verhaal, uit eigen ervaring.” De meeste bezoekers zijn groepen van werkende actieve KPN’ers uit het hele land. Die leren zo de geschiedenis van hun vak, een museumbezoek is als het ware een onderdeel van het inwerkprogramma van KPN’ers.
Er is ontzettend veel te zien: het eerste Rotterdamse telefoonboek uit 1904, een klein boekje dat simpelweg begint met nummer 1, de Surinamedoos met koptelefoons voor het hele gezin, zodat ze allemaal tegelijk met opa en oma in Paramaribo konden praten en koordenposten waarmee telefoongesprekken aan elkaar gekoppeld werden door een telefoniste. Er is zelfs een speciale doos met materiaal voor spreekbeurten voor kinderen.
De geschiedenis van het gebouw
Het gebouw bestaat 100 jaar en is gebouwd door de Rotterdamse gemeentearchitect Snuif in de stijl van de Amsterdamse school. Veel KPN panden worden tegenwoordig omgebouwd tot woonhuizen. Het is uniek dat dit pand nog een telecomfunctie heeft.
Het losstaande gebouwtje midden op het terrein, de bunker, is tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebouwd. Ze gebruikten dat als veilig onderkomen voor hun eigen telefoonlijnen, omdat ze de Nederlandse PTT niet vertrouwden. Sinds 2013 is het de ontmoetingsruimte voor de vrijwilligers van het museum.
In 2021 was er brand, in 2022 viel de oude boom op het naastgelegen woonhuis. Tijdens corona vielen alle activiteiten stil. Het museum heeft toen meegedaan aan de muziektoer door de stad vanwege het online Songfestival. Je kon met een QR-code luisteren naar een songfestivalliedje uit 1953 dat de telefoon bejubelde. Heel toepasselijk!
Het museum wordt volledig gerund door gastvrije vrijwilligers en is open op dinsdag van 09.30 tot 16.00 uur en voor groepen op afspraak.
Voor meer informatie: www.houwelingtelecommuseum.nl