David Vunk (46) won onlangs een Rotterdam Music Award omdat hij als dj met een van de drukste speellijsten de stad als geen ander op de internationale kaart zet. Hij woont 23 jaar in Bergpolder en in die tijd heeft zijn carrière als dj een enorme vlucht genomen. Op het bevrijdingsfestival Zuid-Holland speelde hij voor zijn grootste publiek ooit, 20.000 man. De grond bewoog, een bizar mooie ervaring.
“Toen ik zes was begon ik met radiootje spelen”, vertelt David. “Ik had een paar platen, van Michael Jackson en van Doe Maar. Toen de cassettebandjes kwamen begon ik met opnemen. Voor een paar gulden kocht je een bandje, ik nam de muziek op, maakte een mooi hoesje en zo rolde ik via mijn muziekverzameling mijn carrière als dj in.
Na de MAVO en het Grafisch Lyceum wilde ik nog niet werken, dus ging ik naar de Grafimedia opleiding aan de Hogeschool Rotterdam. Overal lang over gedaan, maar uiteindelijk waren ze daar zo blij met me dat ze me meteen een baan aanboden. Ik ben tien jaar gebleven als docent informatica. Daarnaast draaide ik mijn muziek al in clubs en op feestjes, maar ik was nooit afwezig op school. In 2018 ging een filmpje van mij op Dekmantel Amsterdam viral en ineens was mijn agenda bomvol.
Nu produceer ik in mijn studio in de Witte de Withstraat eigen muziek en muziek van anderen. Ik heb synthesizers, drumcomputers, ook nog een oude drumcomputer uit de jaren tachtig, ik heb de dikste studio van Rotterdam. Zo wordt de basis gelegd voor mijn muziek. Ik bewaar weinig, liever maak ik elk geluid weer opnieuw. Wanneer je gaat mixen moet je zorgen dat beats matchen, pas wanneer die hetzelfde zijn kunnen de mensen door dansen op de muziek. Als dj moet je goed kunnen horen of de beide nummers in dezelfde key staan, in dezelfde toonsoort. Ik zeg altijd: ‘wanneer de muziek pijn doet klopt het niet, je streeft altijd naar harmonie’.
Mijn team is goud waard, twee mensen doen mijn boekingen, regelen mijn gage en iemand doet mijn reizen. Donderdag en in het weekend speel ik het meest. Ik ben altijd bezig met de business. Ik speel het hele jaar door, in de zomer kan ik niet op vakantie, dan wordt het echt druk. Soms twee, drie sets van gemiddeld twee uur op een dag. Ik heb veel energie, ooit heb ik 48 uur achter elkaar gedraaid.
Mijn stiefvader is Paul Vink, een van de beste pianisten van het land. Hij heeft nummer 1-hits geschreven en songfestivalsongs, Golden Earring kwam op z’n verjaardag. In de huiskamer stond een TR909, een drumcomputer, daar mocht ik op spelen. Toen ik bij Albert Heijn werkte hoorde ik het nummer Pump up the Jam, mijn moeder vroeg: ‘Vind je dit goed David?’.
Daarna kwamen de 12 inch platen, Midtown, Gabber kwam op. Ik had maar één draaitafel, maakte gratis bandjes voor iedereen uit de buurt. Waste drie uur borden voor één plaat, echt dedicated. Op m’n zestiende mocht ik naar Tomorrowland, dat kon toen nog, daar zag ik twee draaitafels. Die moest ik hebben, dan kon ik mixen. Mijn vader zei: ‘Dat kan, maar dan twee jaar geen zakgeld’ en de draaitafels kwamen er.
Moustache Records is mijn eigen platenlabel. Mensen komen met een demo en als ik het goed vind breng ik het uit, op vinyl. Ik heb twintig platen gemaakt met mijn eigen muziek. Het ontwerp van de hoezen doe ik (nog steeds) zelf.
Samen met De Likt produceerde ik in 2021 de promotietrack voor het Eurovisie Songfestival in Rotterdam. De laatste zes jaar gaat het echt hard, in 2018 verkocht ik Paradiso uit, niet gek voor een jongen uit Rotterdam Noord!”
Moment van de doorbraak: zoek op internet ‘David Vunk’ en ‘Dekmantel 2018’